Voorschriften voor verschillende signalisaties
Signalisatieborden
Bij signalisatieborden verschillen de kleur en vorm naargelang het doel. Er zijn vijf soorten:
- verbodsborden: rond; zwart pictogram op witte achtergrond, rode rand en een balk die van links naar rechts over het pictogram loopt onder een hoek van 45 graden ten opzichte van de horizontale lijn. Voorbeelden: ‘Geen doorgang voor onbevoegden’ of ‘Verboden te roken’.
- waarschuwingsborden: driehoekig; zwart pictogram op gele achtergrond, zwarte rand. Voorbeelden: ‘Explosieve stoffen’ of ‘Giftige stoffen’.
- gebodsborden: rond; wit pictogram op blauwe achtergrond. Voorbeelden: ‘Oogbescherming verplicht’ of ‘Veiligheidshandschoenen verplicht’.
- reddingsborden: rechthoekig of vierkant; wit pictogram op groene achtergrond. Voorbeeld: plaats of richting van een nooduitgang.
- borden voor brandbestrijdingsmaterieel: rechthoekig of vierkant; wit pictogram op rode achtergrond. Voorbeelden: ‘Blusapparaat’, ‘Ladder’ of ‘Brandslang’.
Maak het bord duidelijk zichtbaar door het op de juiste plek en hoogte te monteren. En verwijder het zodra het niet meer nodig/relevant/actueel is.
Signalisatie op recipiënten en leidingen
Gebruikt u recipiënten om met gevaarlijke stoffen of preparaten te werken, of om ze op te slaan? Of zijn er leidingen die gevaarlijke stoffen of preparaten bevatten of transporteren? Dan moet u etikettering aanbrengen op de zichtbare zijde(n). En zeker op de gevaarlijkste plekken, zoals kleppen en aansluitingspunten.
Welk materiaal u daarvoor gebruikt? Dat kan hard of zelfklevend materiaal zijn, of verf.
Gebruikt u een plaats, lokaal of afgesloten ruimte om grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen of preparaten op te slaan? Geef dat dan aan met een waarschuwingsbord – bijvoorbeeld: ‘Gevaar’ – bij die opslagruimte of op de toegangsdeur. Behalve als de etikettering van de afzonderlijke verpakkingen of recipiënten volstaat.
Aanduiding van brandbestrijdingsmaterieel
De veiligheidskleur voor brandbestrijdingsmaterieel is rood. Zorg dat het materieel – en eventueel de plek of toegang – ook die kleur heeft. En gebruik waar nodig het juiste signalisatiebord.
Obstakels, gevaarlijke plaatsen en verkeerswegen
Hoe u gevaar door obstakels of vallende zaken aanduidt? Met signalisatie waarbij u geel afwisselt met zwart, of rood met wit.
Soms is het belangrijk om verkeerswegen te markeren. Doe dat in een doorlopende streep met een goed zichtbare kleur.
Lichtsignalen
Lichtsignalen hebben genoeg contrast nodig om duidelijk te zijn, maar niet zoveel dat ze verblinden.
Goed om te weten: lichtsignalen kunnen continu zijn of afwisselend aan- en uitgaan. Kan uw signalisatie beide uitzenden? Dan moet het knipperende signaal aanduiden dat het gevaar groter is of er meer spoed nodig is dan bij het continue signaal.
Gebruikt u een lichtsignaal bij groot gevaar? Zorg dan voor een reservelamp.
Andere signalisaties
Er zijn nog andere signalisaties zoals geluidssignalen. Die moeten luider zijn dan omgevingslawaai, maar niet zo luid dat ze gehoorschade veroorzaken. Je moet ze ook gemakkelijk kunnen onderscheiden van andere signalen en geluiden.
Ook voor mondelinge mededelingen bestaan voorschriften, bijvoorbeeld dat ze zo kort, eenvoudig en duidelijk mogelijk moeten zijn.
Tot slot de hand- en armseinen. Er zijn een heleboel gecodeerde gebaren (zie pagina’s 17 en 18 van dit Constructiv-dossier). Zo is er ‘stop’, waarbij u de rechterarm opheft en de rechterhandpalm naar voren houdt. Of ‘gevaar’, waarbij u beide armen opheft en de handpalmen naar voren houdt.
Meer informatie hierover vindt u in dit Constructiv-dossier over veiligheids- en gezondheidssignalisatie.