Podcast: veiligheid door de jaren heen

Wim Deloof
8 maart, 2021

Welke zijn de meestvoorkomende fouten in de bouwsector? Benieuwd wat de kandidaten in De slimste mens ter wereld zouden antwoorden! Liggen die fouten voor de hand? En is er een verschil met vroeger? We vragen het aan de specialist ter zake: Danny Van Overmeire, adviseur welzijn bij Constructiv Oost-Vlaanderen.

Danny, wat houdt jouw job exact in, wat moeten we ons daarbij voorstellen?

“Als adviseur bij Constructiv Oost-Vlaanderen bezoek ik werven en geef ik ter plekke advies over goede, veiligere werkmethodes. Lezingen en infosessies bij bedrijven over veiligheid op de werkvloer horen daar ook bij. Het uitgangspunt is altijd preventie: ongevallen voorkomen. Ondertussen werk ik al negentien jaar in de bouw. Daarnaast ben ik vrijwilliger bij de brandweer. Die twee functies hebben veel raakvlakken – met veiligheid als gemene deler.”

Volgen de bouwvakkers op de werf jouw advies meteen op? Is er een verschil tussen de werven?

“Gelukkig kan ik zeggen dat de meeste mensen mijn advies onmiddellijk ter harte nemen en tot actie overgaan. Voor grote bedrijven is dat iets gemakkelijker. Veiligheid maakt deel uit van hun beleid, en ze beschikken over een preventieadviseur die alles in goede banen leidt. Bij kleinere firma’s ligt dat soms wat moeilijker: dikwijls is het een kwestie van budget. Toch staat dat niet in verhouding tot de kosten van een arbeidsongeval. Die lopen snel hoog op.”

Wat doe je als je inbreuken vaststelt?

“Onze rol is adviserend, wij leggen geen sancties op. Toch maken we afspraken met de aannemers en een week later gaan we na of zij ons advies hebben opgevolgd. Behalve wanneer het gaat om ernstig en acuut gevaar met risico op ernstig letsel. Dat vraagt om een onmiddellijke oplossing. Een voorbeeld? Werken op hoogte zonder collectieve bescherming? Dat is levensgevaarlijk. Met grote bedrijven bespreken we dan ook meteen de aanpassing van het preventiebeleid. Bij kleinere ondernemingen praten we met de werknemers, maar is het de zaakvoerder die beslist. Alleen is die niet altijd aanwezig. Dat vertraagt de communicatie en dus de uitvoering.”

Welke fouten komen het vaakst voor?

“Ongetwijfeld het foutieve gebruik of de verkeerde installatie van hef- en hijswerktuigen. Vooral de stabiliteit laat dan te wensen over. Ik hoef er geen tekening bij te maken dat een ongeval met dergelijke machines grote gevolgen heeft. Ook inbreuken op de valpreventieregels komen voor. Daar vallen trouwens de meeste slachtoffers. Een smak van 2 of 3 meter hoogte heeft een grote impact en brengt ernstige kwetsuren met zich mee.”

Dat zijn zichtbare verwondingen. Zijn er ook onzichtbare letsels?

“Helaas wel. Bijvoorbeeld door de inademing van toxische stoffen – met longkanker of stoflong tot gevolg. Momenteel zetten we in op de omgang met kwartsstof en siliciumdioxide. Kwartsstof staat sinds kort op de Europese lijst van kankerverwekkende stoffen. Werk je daarmee? Dan moet je een FFP3-masker dragen. Als slijper moet je ook rekening houden met mensen die bij jou in de buurt werken. Want ook zij ademen die stoffen in. Je moet dus afstemmen met de collega’s wie wat wanneer doet. Door de COVID-19-crisis was het trouwens moeilijk om aan de juiste maskers te geraken. Nu komt de bevoorrading weer op gang.”

Je noemt de coronacrisis, Danny. Krijg je wel eens negatieve of agressieve reacties als je mensen wijst op de maatregelen?

“Helemaal niet. Omdat we in de bouw veel buiten werken, vallen die maatregelen op de meeste plaatsen best mee. Kunnen de werknemers 1,5 meter afstand houden? Dan hoeven ze geen mondkapje te dragen. Lukt dat niet? Dan zetten ze het masker op. Kom ik op een werf waar dat niet zo is? Dan zetten ze het mondkapje zonder morren op als ik hen daarop wijs. Bij een helm is dat net zo. Er is geen tegenstand. Het is alleen jammer dat ze het dan doen omdat ik het vraag. Ik zie liever dat iemand het uit eigen beweging doet – dat hij of zij zelf preventief optreedt.”

Is er veel veranderd in de negentien jaar dat je voor Constructiv werkt?

“En of er veel veranderd is! Zeker in de woningbouw. Daar zien we een collectieve aanpak van de beveiliging. Een mooi voorbeeld is het gebruik van steigers. Vroeger zette de metser een steiger. Zat zijn job erop? Dan brak hij de steiger af. Na de metser kwam de dakwerker. Opnieuw met zijn eigen steiger. Soms werd er op een en dezelfde werf tot vier keer toe een steiger geplaatst en weer afgebroken! Vandaag maken de verschillende bouwbedrijven daarover afspraken, met dank aan het koninklijk besluit over de tijdelijke mobiele werkplaatsen. Ze bouwen één steiger en die blijft staan tot alle werk op hoogte af is. De voordelen? Dat is veiliger, het werkt vlotter en het is nog voordeliger ook.”

Ik durf het bijna niet te vragen, Danny, maar zijn er nog cowboys in onze sector?

“Ik benadruk graag dat het overgrote deel van de bouwondernemingen enorm zijn best doet. Zij hebben een efficiënt preventiebeleid en maken van veiligheid een prioriteit. Toch zijn er helaas altijd een paar die de regels aan hun laars lappen. Het gaat om een kleine minderheid, om enkelingen, maar ze bestaan. Ze hanteren methodes die ongevallen uitlokken. Dat is niet eenvoudig en het is heus niet altijd uit onwil. Velen zijn anderstalig met een andere standaard, cultuur en achtergrond. En vaak durven ze het werk niet te weigeren.”

Hoe pak je dat aan?

“Door te blijven sensibiliseren. De essentie is en blijft arbeidsongevallen voorkomen en het welzijn op het werk verhogen. Je moet op je gemak kunnen werken. Sta je op 30 meter hoogte en is het niet veilig? Dan lukt dat niet. Het rendement daalt. Dat heeft financiële gevolgen. Toch is het vooral het menselijke leed dat de grootste schade aanricht. Het verlies van een werknemer, een collega die uitvalt, dat hakt erin.”

Spreek je daarover?

“Tijdens infosessies op veiligheidsdagen haal ik concrete cases aan. Zo ken ik een jongen van 24 jaar die door een val op de werf vanaf zijn middel verlamd is. Dat is heel ingrijpend. Je kunt niets meer, je voelt niets meer en je bent altijd afhankelijk van anderen. En bij een dodelijk ongeval is er voor de achterblijvers altijd een periode voor en een periode na. Een arbeidsongeval raakt veel meer mensen dan het slachtoffer alleen. Des te pijnlijker is het als achteraf blijkt dat het niet had hoeven te gebeuren. Dat je het had kunnen voorkomen door meer aandacht te besteden aan de veiligheid.”

Tot slot, Danny, hoe zie je de toekomst?

“Rooskleurig! De laatste jaren heeft onze sector een grote inhaalbeweging gemaakt. Voor velen zijn veiligheid en preventie vandaag vanzelfsprekend en een prioriteit. Ook de opleidingen in onze sector zitten in de lift. Dat stemt mij hoopvol. Want mensen op een gezonde manier begeleiden naar hun pensioen, dat is mijn missie. Zodat ze na hun carrière effectief kunnen genieten van al die grote en kleine dingen waar ze al jaren van dromen.”

Hartelijk dank, Danny, voor het fijne gesprek!

Bekijk reacties ( )